11-02-2022

Ervaringen Minor Tweede Wereldoorlog 2021-2022. (6)

Vooraf keek ik ontzettend uit naar de Minor en de excursies. Tijdens de colleges ben ik nog nieuwsgieriger gemaakt dan ik al was. Ik weet niet wat mij zo trekt aan de Tweede Wereldoorlog. Wat het zo interessant maakt. Ik denk de omgang van mensen, hoe ze met elkaar omgingen, wat ze elkaar aan konden doen en hoe ze het konden bedenken. Een enorme gebeurtenis, waar ik van huis uit ook op geattendeerd ben. Toen ik klein was vond ik het niets. Ik weet nog dat ik bij mijn opa en oma op zolder gasmaskers heb gevonden. Mijn vader was er altijd druk mee bezig. Mijn oma zei altijd: ‘’nee hoor ik heb er niet zoveel van meegekregen’’. Tot bleek dat er een heel verhaal achter haar jeugd in de Tweede Wereldoorlog zat. Nu ze ouder wordt praat ze er meer over. Ze wil me helpen tijdens het werken aan mijn studie maar ze kan het niet meer. In februari wordt ze 98. De spullen heb ik mogen hebben of lenen/gebruiken. Veel dingen kan en wil ze geen afscheid van nemen. Ik weet eigenlijk niet wat ik verwachte van de buitenlandse excursie, ik had niet persé een verwachting. Ik denk dat ik tijdens de Nederlandse excursies en de colleges al heel veel te weten ben gekomen. 

Voorheen was mijn beeldvorming van de Tweede Wereldoorlog het doorsnee beeld van de gemiddelde Nederlander. Die kijk is volledig veranderd. Dat maakte dat ik niet kon wachten tot ik eindelijk in de bus kon stappen naar Duitsland. Ik keek er naar uit, ik denk meer dan anderen. Ik keek uit naar het avontuur, wat zal het mij brengen?

De ervaringen die ik heb opgedaan zijn niet in een woord te omschrijven. Het bijzondere is dat het verdrietig kon zijn en een uur later vreugde kon opwekken. Overdag was het programma zwaar beladen, maar goed te doen. En ’s avonds kon ik met de groep huilen van plezier. Ik heb ervaren dat er zoveel verschillende gevoelens en emoties gepaard kunnen gaan gedurende één week. Al deze ervaringen, stuk voor stuk, had ik niet willen missen. Toekomstige bezoekers wil ik meegeven dat ze naar feiten moeten kijken. Ze zouden moeten proberen om te kijken wat betrouwbare bronnen zijn en niet zomaar klakkeloos alles aannemen. Zo kunnen er veel mythen uit de wereld geholpen worden. Zelf zou ik graag Ravensbrück nog heel graag een keer willen bezoeken. Eigenlijk wil ik in Dora Mittelbau de tunnels ook nog een keer zien maar als ik kan kiezen zou ik denk ik toch teruggaan naar Ravensbrück. Voor mijzelf zou ik de Wewelsburg niet nog een keer willen zien, ik ben bang dat het dan tegenvalt en ik de ervaring die ik deze week op heb gedaan vergeet. Toch zou ik willen dat mijn omgeving hetzelfde ervaart en daarom zou ik ze mee willen nemen naar Wewelsburg.

Wat ik heb geleerd? Zo, dat is een moeilijke vraag. Niet omdat ik niet weet wat ik erop moet antwoorden, maar om hoe ik erop moet antwoorden. En dan vooral het feit dat ik het op één A4 kwijt moet. Tijdens de eerste excursie heb ik geleerd dat ik vanuit verschillende invalshoeken naar de oorlog kan kijken, en moet kijken. Voor die tijd keek ik vanuit één perspectief, het slachtoffer perspectief. Met het hele doorsnee denkbeeld van Auschwitz en Anne Frank en alles erop en eraan. Nu heb ik geleerd dat er ook een kant van de ‘’dader’’ is. Kun je het eigenlijk wel een dader noemen? Als het puur gaat om de handelingen wel. Ik heb geleerd dat de Tweede Wereldoorlog een en al psychologie is geweest en dat Duitsland de oorlog heeft gevoerd, niet alleen de nazi’s. Voorheen dacht ik ook dat de Tweede Wereldoorlog de Holocaust is (ja, echt waar). En nu weet ik ook waarom er zoveel landen aan mee hebben gedaan en waarom het een wereldoorlog is geworden. Dat vind ik nog wel moeilijk om volledig te begrijpen, welke landen met elkaar samenwerkingsverbanden hadden en welke landen oorlog voerden met elkaar. Ook weet ik nu veel meer van het militaire plan en van de militaire organisatie van Duitsland tijdens de tweede Wereldoorlog. Daarnaast weet ik ook dat ons koningshuis ons in de steek heeft gelaten en de andere details laat ik maar achterwege. ‘’Neutraal’’ wordt het genoemd in de volksmond. Is dat zo? Of is het weg kijken en liever niet mee doen? Ook weer een oordeel van mij, uiteindelijk zal ik het denk ik nooit echt weten want ik kan het niet meer van koningin Wilhelmina zelf horen. Ik denk dat mijn leeropbrengst in grote lijnen wel duidelijk is zo. Er is natuurlijk nog veel meer wat ik kan vertellen maar dat zal ik je niet aan doen. Ik denk zelfs dat jij zelf nog beter weet wat ik geleerd heb dan dat ik dat zelf weet. Voor mijzelf is het belang van de kennis die ik opgedaan heb dat er veel is dat ik nu beter begrijp. Niet alleen over de oorlog, maar ook over de maatschappij. Hoe mensen in elkaar zitten en hoe het komt dat mensen zich op een bepaalde manier gaan gedragen. Voor mijn omgeving is het wel eens lastig geef ik eerlijk toe. Die denken vaak het juiste over de Tweede Wereldoorlog te weten waarvan ik inmiddels weet dat het niet waar is. Helemaal goed uitleggen kan ik het nog niet, dat maakt het wel eens lastig en daardoor laat ik de discussie maar. Ik merk dat ik verder groei en de rest om mij heen stil blijft staan. Dat komt ook omdat ik elke keer studies kies die met psychologie te maken hebben en omdat mijn omgeving daar niet voor open staat.

Ik heb geleerd dat het nest waar je vandaan komt het verschil maakt. Ook heb ik nu een beeld gekregen van de wereld en van de overheid uiteraard. Iets waar ik eerlijk gezegd minder vertrouwen in heb gekregen omdat ik nu door heb dat het ook gewoon mensen zijn die ook fouten kunnen maken. Nu wil ik alle informatie vooral laten landen. Ik zou het liefst elke avond documentaires kijken, boeken lezen en informatie opzoeken maar ik heb daar gewoonweg de tijd niet voor. Best jammer eigenlijk, want ik denk dat als ik meer tijd had gehad naast deze minor ik nog veel meer had kunnen leren. Nu laat ik het eerst landen, als ik mijn studie afgerond heb weet ik één ding: ik ben klaar met omgangskunde maar niet met de Tweede Wereldoorlog. Wie weet ga ik ooit nog wel een studie doen die hiermee te maken heeft. Eerst een jaar voor mijzelf, om tot de rust te komen. Dat heb ik nodig. Achteraf baal ik ervan dat ik weinig foto’s heb gemaakt. Ik heb de telefoon bewust in mijn zak gehouden omdat ik niet afgeleid wilde worden. Toch merk ik dat als ik ergens over schrijf ik het beeld alleen in mijn hoofd heb. Ik wil het terugzoeken maar ik heb de foto nooit gemaakt. Als ik de week mocht overdoen, is dat het enige wat ik zou veranderen.

V. S.