Het beeld dat ik heb van WO II (incluis WO I) is op veel punten hetzelfde gebleven, maar het is ook op net zo veel punten veranderd. Daar waar ik eerder oog had voor de veldslagen, heb ik nu meer oog gekregen voor de menselijke kant van de oorlog. Waar het eerstgenoemde wordt gevierd in verhalen en liederen, worden de herinneringen aan het tweede te gemakkelijk vergeten. Het blijft jammer genoeg een terugkerend fenomeen: het volk dat slachtoffer wordt van de ambities en ideeën van een kleine groep personen. Vele mensen waren gedurende WO II niet vrij in hun doen en denken. Zij waren ondergeschikt aan het systeem. Mensen waren simpelweg nummers, gemakkelijk te vervangen radertjes in een machine. Met alle gevolgen van dien. Aan het begin van de minor dacht ik een redelijk idee te hebben van WO II en het verloop hiervan, de zogenoemde grote lijnen. Maar mijn interesse ten spijt, heb ik mij nog niet eerder op deze manier met het onderwerp beziggehouden. Het lezen van (soms hartverscheurende) stukken, het klassikaal bespreken van de lees- en lesstof, de vele excursies en het met eigen pen vastleggen van mijn bevindingen en ideeën, heb ik als enorm positief ervaren. En misschien het belangrijkste nog, heeft het voorgenoemde bijgedragen aan hoe ik alles een plaats heb weten te geven. Het was een avontuur voor zowel geest als hart. Er is simpelweg aan al mijn verwachtingen en leerwensen voldaan. Ter aanvulling hierop, bood het minor-programma mij de uitgelezen kans om over de grenzen van mijn eigen studie te kijken. Ik zocht daarom naar een minor die enerzijds overlapping vertoonde met mijn eigen studie en werkveld, en anderzijds ook een unieke toevoeging zou zijn. Het was vooral dit zinnetje in de informatietekst over de minor dat mij aansprak: ‘Heb je interesse in de Tweede Wereldoorlog? En mag het onderwijs van jou net een tikkeltje anders zijn dan gewoon colleges volgen? Dan is de minor ‘Tweede Wereldoorlog-educatie’ wat voor jou. (Tweede Wereldoorlog-educatie, z.d.). Gelukkig was dit geen holle frase. De opzet van het lesprogramma zorgde voor een prikkelende leeromgeving. Het theoretische deel voorzag ons van belangrijke informatie en het praktijk gedeelte moedigde aan tot actieve participatie. De Tweede Wereldoorlog laat zien dat niets zo veranderlijk en verraderlijk is als de menselijke aard. Wanneer een kleine groep mensen met kwalijke bedoelingen de middelen, ruimte en tijd krijgen, dan kunnen zij een land met volk ingrijpend veranderen. Kijkend vanuit dit gezichtspunt is de fascinatie voor WO II niet verrassend. De opmaat naar de oorlog, het verloop hiervan en de gapende wond die het achterliet, is onze moderne doos van Pandora. Als mens en beroepsmilitair heb ik de minor als zeer uitdagend en confronterend ervaren. Dit tijdsgewricht stelt ons in staat om naast oorlogsvoering ook de menselijke psyché te onderzoeken. Het gaat immers over een tijd waarin mensen tot extremen werden gedreven. Enerzijds vond er extreem veel geweld, leed en onderdrukking plaats, anderzijds dreef het mensen tot zorgdragen voor elkaar, zelfopoffering en een volhardend geloof in het goede. Voorafgaand aan mijn keuze om bij de krijgsmacht te gaan, stond ik ook op een belangrijk kruispunt in mijn leven. Jezelf in dienst stellen van de Nederlandse staat is nogal wat. Zo heb ik nagedacht over wie ik ben als persoon en wie ik zou willen zijn. Bij deze afweging waren het mijn normen, waarden en idealen die de boventoon voerden. Als ik daar nu op terugkijk, ontgaat het mij niet dat ik toen nog erg jong was. Maar nu ik iets ouder ben, kan ik met zekerheid zeggen de juiste keuze gemaakt te hebben. Na al die jaren dienst, sta ik nog altijd pal voor dezelfde normen, waarden en idealen. Dit heb ik tijdens het doorlopen van deze minor nogmaals kunnen bevestigen. Tijdens de minor heb ik genoeg ruimte en vrijheid gehad om mijn eigen (persoonlijke) leerdoelen na te streven. Naast het feit dat ik de afgelopen periode bergen nieuwe kennis heb opgedaan, heeft de minor hetgeen dat ik al wist in een nieuw daglicht geplaatst. Op voorhand wist ik enigszins de grote lijnen inzake WO II te duiden. De afgelopen periode zijn deze lijnen niet alleen herbevestigd en waar nodig aangescherpt, maar ze zijn ook verder toegelicht. Het is natuurlijk nog aan de vroege kant om de effecten van deze minor op mijn (toekomstig) handelen in te schatten. Wel wil ik nogmaals beamen dat het een unieke ervaring was. Niet alleen heb ik veel geleerd over WO II, maar bovenal heb ik dat in een geweldige leeromgeving mogen doen. De minor vormt daarmee een nieuwe traptrede in mijn ontwikkeling als persoon, beroepsmilitair en misschien wel als (hobby) historicus. Mijn ouders hebben van meet af aan bij hun zonen ingezet op een goede culturele en maatschappelijke vorming. Mijn fascinatie voor geschiedenis – en in het bijzonder WO II – is dus niet zo heel verrassend. Ik kijk er dan ook naar uit om met hen te praten over hetgeen dat ik geleerd heb. Ook lijkt het mij leuk om hen mee te nemen op excursie naar één van de locaties. En stiekem gezegd, sta ik te popelen om te zijner tijd met mijn ogen zoon hierover te spreken. Hiermee denk ik ook meteen de vraag beantwoord te hebben: ik hoop mijn nieuw opgedane kennis, inzichten en ervaringen te delen met anderen. De volgende quote wordt vaak toegedicht aan Mark Twain: “History never repeats itself but it does often rhyme.” Het is essentieel dat wij met een schuin oog naar de geschiedenis blijven kijken; opdat wij hiervan mogen leren en het nooit en te nimmer mogen vergeten.
D B